Geweldloze Communicatie


Onze communicatie is vaak nodeloos beschuldigend en roept conflicten op. Het model voor Geweldloze Communicatie (Rosenberg) is gericht op werken en leven in harmonie en met respect.
In de geweldloze communicatie wissel je af tussen oprechtheid en empathie. Het gaat er om de ander oprecht te zeggen hoe het met je gaat, wat er in je leeft en waar je behoefte aan heb. Daarnaast wil je invoelend begrijpen hoe het met de ander gaat en waar de ander behoefte aan heeft.

Geweldloze Communicatie bestaat uit 4 stappen:

1 Waarneming. Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat ervaar ik? Puur objectief beschrijvend. Van groot belang, dat er
geen oordeel of een mening volgt. Juist daarom is waarneming op zich al een kunst.
2 Gevoel. Welk gevoel roept dat wat ik zie, hoor, ruik, waarneem op? Een gevoel van angst? Van tederheid? Van
blijdschap? Veel mensen vinden het lastig om hun gevoel te herkennen!
3 Behoefte. Heb ik nu ergens behoefte aan? Aan erkenning bijvoorbeeld. Aan ruimte, vrijheid, structuur, noem maar
op. Belangrijk is om te weten wat je behoeftes zijn.
4 Verzoek. Nu ik mijn gevoelens heb herkend en mijn behoeftes kan omschrijven, weet ik ook wat ik van je wil.
Op de vraag die ik je nu stel, kun je JA of NEE antwoorden. Daar ben je vrij in.

Gevoelens zijn graadmeters van onze behoeften. Ze zijn de signalen, die aangeven of onze behoeften vervuld zijn of niet. Zijn ze bevredigd, dan voelen we ons goed. Zijn we in onze behoeften te kort gekomen, dan uit zich dat in onaangename gevoelens. Voel je je niet lekker, dan WEET je dat je iets wilt.

Voorbeelden:
Je kinderen ruimen hun spullen niet op

·   Oud: "Je bent een slordevos"
·   Nieuw: "Ik heb het graag netjes"

Iemand komt zonder te kloppen mijn kamer in:
·   Oud: "Hallo zeg, heb je geen manieren geleerd?"
·   Nieuw: "Als je zonder kloppen binnenkomt, voel ik mij onprettig omdat ik mijn privesfeer nodig heb. Ik zou graag willen dat je de volgende keer eerst klopt voordat je binnenkomt."



Eenvoudige regels voor effectieve communicatie :

Het onderstaande helpt je om beter te communiceren met de belangrijke personen in je dagelijks leven! Het is geschreven door Helen Pelder en Michel Oltheten ( www.gevoelstherapie.nl )

De "verboden" woorden als je verwijten wil voorkomen.

Vermijdt het gebruik van de woorden JE /JIJ /JULLIE , NOOIT en ALTIJD.


"Jij luistert nooit naar me."

"Je laat me nooit uitpraten."

"Jii ook altijd met je ………".

"Waarom ben je er nooit voor me?"

"Jullie doen alles buiten mij om."

Vast wel bekend deze en dit soort uitlatingen. We horen ze van de mensen om ons heen en we gebruiken ze zelf met grote regelmaat. Het zijn verwijten en die zijn de bron van alle conflicten.

De woorden "nooit" en "altijd" maken de verwijten zó algemeen dat je gesprekspartner zich gegarandeerd in de hoek gedrukt zal voelen. De verwijten worden zó omvattend dat je gesprekspartner gewoon geen ruimte meer krijgt om nog iets positiefs over zichzelf te horen in jouw verwijt. Bovendien is zo’n verwijt van "nooit" of "altijd", altijd onterecht. Want hoe vaak is altijd? Nou, altijd dus. En nooit is nooit dus iedere nuance is verloren.

Met "je", "jij" en "jullie" adresseer je jouw gevoelens van verdriet, angst, eenzaamheid, teleurstelling, enzovoorts, aan de ander. Door die adressering is het gevoel is een verwijt geworden. Die ander krijgt de verantwoordelijkheid voor jouw gevoelens op zijn of haar bord gelegd. Sterker nog, die is de schuldige! Je gevoel is daarmee een ongenuanceerde aanval geworden en wat is daarop het antwoord van de ander? De verdediging! En zo is er weer een conflict geboren.

De eerste stap is dus dat je jouw gevoelens niet adresseert (en dus de woorden "je", "jij" en "jullie" uit je vocabulaire schrapt). Zo voorkom je dat je gevoel een verwijt wordt en daarmee de bron van geruzie. Zo voorkom je dus óók dat jouw gevoel gewoon verloren raakt in de strijd tussen aanval en verdediging. En dat is jammer want eigenlijk ging het je alleen maar om dat jouw gevoelens gehoord en gerespecteerd worden.


Zeggen wat je voelt

Alle aan "je", "jou" en "jullie" geadresseerde uitspraken hierboven zijn een reactie op een gevoel. Dus de tweede stap op weg naar effectieve communicatie is uitzoeken wat je nu eigenlijk echt voelt. Een paar eenvoudige voorbeelden:

Verwijt Gevoel


"Jij luistert nooit naar me." à "Ik voel me niet gehoord".

"Je laat me nooit uitpraten." à "Ik voel me opgejaagd".

"Jii ook altijd met je ………". à "Ik voel me zo machteloos".

"Waarom ben je er nooit voor me?" à "Ik voel me vaak zo alleen".

"Jullie doen alles buiten mij om." à "Ik voel me buitengesloten".

Er zijn natuurlijk ook andere gevoelens mogelijk die horen bij de verwijten. Als je echt op zoek gaat naar het gevoel dat ten grondslag ligt aan jouw verwijt vindt je dat snel genoeg.

Alle uitingen van gevoel beginnen met de twee woorden: "IK VOEL." Dat zijn de meest belangrijke woorden die er zijn om helder en effectief te communiceren. Door te beginnen met: "Ik voel ………" wordt alles opeens veel helderder zonder dat het als een verwijt ervaren wordt. En dus zonder dat het een aanval is op de ander. Die hoeft niet in de verdediging en bovendien is een verdediging opeens ook een stuk lastiger geworden.

Als je zegt: "Jij luistert nooit naar me," reageert de ander met: "Dat is niet waar!" of met: "Ik luisterde heel vaak en lang naar je, maar ik kan niet meer tegen jouw gezeur." Soms laat iemand die laatste toevoeging subtiel weg, maar onuitgesproken klinkt het tegen-verwijt (je zeurt) dan toch luid en duidelijk door.

Kortom: ontkenning, tegenaanval en tegen-verwijt.

Maar als je zegt: "Ik voel met niet gehoord," kan de ander moeilijk zeggen dat dat niet waar is. Je kan niet tegen iemand zeggen: "Dat voel je helemaal niet!"

Jouw gevoel kan niet ontkend worden. Een tegenaanval wordt onnodig en onmogelijk.

Er zit natuurlijk wel een valkuil in. Ga niet zeggen: "Ik voel dat jij nooit naar me luistert." Nu hangt de kat echt in de gordijnen. Je uit nog steeds een verwijt maar je sluit het hermetisch af. Wat jij voelt kan niet ontkend worden maar het blijft een verwijt. Je kan je gesprekspartner zo behoorlijk razend (want machteloos) maken.


Vragen wat je wilt

De derde stap is dat je niet alleen zegt wat je voelt, maar ook vraagt wat je zou willen. Cruciaal is dat het ook echt een vraag is.

"Ik voel me niet gehoord. Ik wil dat je even naar me luistert", is heel anders dan: "Ik voel me niet gehoord, zou je even naar me willen luisteren?"

Veel hangt natuurlijk ook af van de toon waarop je je vraag stelt, maar als je het echt meent als verzoek, dan wordt de gevoelstemperatuur van het gesprek opeens een stuk aangenamer en is de kans veel groter dat je ook echt gehoord wordt.

"Ik voel me niet gehoord. Zou je alsjeblieft even naar me willen luisteren?"

"Ik voel me opgejaagd. Zou je me alsjeblieft even wat tijd willen geven?"

"Ik voel me zo machteloos. Zou je me alsjeblieft willen helpen?"

"Ik voel me vaak zo alleen. Zou je me alsjeblieft even vast willen houden?"

"Ik voel me buitengesloten. Zouden jullie me er alsjeblieft wat meer bij willen betrekken?"

Natuurlijk is de uiteindelijke vraag afhankelijk van wat je echt zou willen, het zijn maar voorbeelden. Door het formuleren van wat je wil in de vorm van een gemeende vraag, geef je de ander de keuze en dus ook de vrijheid. De vrijheid om aan je verzoek tegemoet te komen of niet. Vanuit die vrijheid is het voor de ander echt stukken makkelijker om jou ter wille te zijn dan wanneer er alleen maar verwijten en eisen zijn.

Alsjeblieft

Het woord "alsjeblieft" is een magisch woord, dat we veel en veel te weinig gebruiken en soms ook regelrecht misbruiken. Met de klank van je stem kan je het woord ALSJEBLIEFT op zichzelf al als een verwijt doen klinken en daar wil je nu juist van af. Maar kijk eens naar de letterlijke betekenis van het woord. Dat is namelijk: "Als het jou belieft," of: "Als jij het wil."

Als je aan je verzoek het woord "alsjeblieft" toevoegt, geef je de ander niet alleen de vrijheid om te kiezen om je ter wille te zijn of niet, maar je geeft daarmee ook van te voren al aan dat je de ander niets zal verwijten als die niet aan jouw verzoek tegemoet komt. "Zou je voor mij ……. , als jij dat wil."

De bereidheid om je te helpen, om iets voor jou te doen is, bij de ander véél groter, wanneer die écht de vrijheid heeft te kiezen en dus ook weet dat een keuze om je niet ter wille te zijn, niet leidt tot alsnog een rondje verwijten.

Uit dit laatste kan je ook afleiden dat vragen ook echt vragen moet zijn en dat deze manier van communiceren ook van je vraagt echt open te zijn en je kwetsbaar op te stellen.

Een als vraag verpakte eis is niet de weg naar effectief communiceren. Een oprechte vraag geeft de ander de keuzevrijheid en dat moet ook echte vrijheid zijn. Alleen zo kom je ook zelf tot de vrijheid om te zeggen wat je voelt en te vragen wil je graag wil. En wie vraagt zal gegeven worden.

Michel Oltheten